Think different: van reactieve ziekenzorg naar proactieve gezondheidszorg

De geneeskunde heeft de afgelopen honderd jaar indrukwekkende vooruitgang geboekt. Denk maar aan allerhande vaccins, antibiotica, geneesmiddelen, behandelingen en therapieën: ze hebben ons leven ingrijpend verlengd. “In de westerse wereld leven we vandaag gemiddeld veertig jaar langer dan in 1900. Dat is een onmiskenbare triomf van de medische wetenschap. En toch is het hoog tijd om vanaf nu anders te leren denken als het over gezondheidszorg gaat.” Dat zei prof. dr. Carlos Van Mieghem, cardioloog en specialist Lifestyle Medicine, tijdens de Nexuzhealth Summit, waar hij zijn persoonlijke visie op de gezondheidszorg van vandaag en morgen deelde.

Carlos_summit

Prof. Dr. Carlos Van Mieghem

Onze levensverwachting is dan wel gestegen, maar onze gezondheidsverwachting blijft ver achter. “Het verschil tussen de jaren die we leven (life span) en de jaren die we in goede gezondheid doorbrengen (health span) bedraagt gemiddeld twintig jaar. Dat betekent dat velen van ons de laatste decennia van hun leven met chronische aandoeningen en beperkingen zullen kampen. Geef toe, dat is geen prettig vooruitzicht”, waarschuwt prof. dr. Van Mieghem.

Een zorgsysteem uit een andere tijd

Om een en ander beter te begrijpen, moeten we terug naar de oorsprong van ons huidige zorgmodel. Na de Tweede Wereldoorlog lag de focus op het bestrijden van infectieziekten en het behandelen van acute trauma’s zoals breuken en bloedingen. Het systeem was met andere woorden reactief: je ging naar een arts of verpleegkundige als je ziek werd of een letsel had.

“Dat systeem heeft zeer goed gewerkt”, zegt prof. dr. Van Mieghem. “Het heeft er zelfs voor gezorgd dat onze levensverwachting met meerdere decennia is toegenomen. Maar intussen zijn de uitdagingen veranderd. Vandaag worden we oud mét chronische ziekten. En daar is ons zorgmodel niet op gebouwd.”

“We kunnen niet verhinderen dat het leven eindig is, maar we kunnen er wel voor zorgen dat we meer jaren in goede gezondheid doorbrengen. Met de huidige inzichten kan negentig het nieuwe zestig worden.”
van-mieghem
Prof. Dr. Van Mieghem

Cardioloog en specialist Lifestyle Medicine

De opmars van chronische ziekten

In 1920 bedroeg de levensverwachting in België ongeveer 47 jaar. Op die leeftijd ontwikkelden nog niet veel mensen ziektes zoals diabetes type 2, Alzheimer of bepaalde kankers. Vandaag leven we gemiddeld 82 jaar, waardoor die aandoeningen wél de kans krijgen om door te breken.
De cijfers spreken voor zich. Hart- en vaatziekten blijven doodsoorzaak nummer één, gevolgd door verschillende vormen van kanker. Daarbovenop stijgt het aantal neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer en Parkinson snel, net als metabole ziektes zoals diabetes type 2.
 
“Alleen al in België leven meer dan 200.000 mensen met de ziekte van Alzheimer. En dat aantal zal blijven toenemen door de vergrijzing”, benadrukt prof. dr. Van Mieghem. “Bij diabetes type 2 is de situatie nog duidelijker. Het is vandaag de belangrijkste oorzaak van nierfalen en dialyse. Frappant, toch? Zeker als je weet dat de overgrote meerderheid van de gevallen te voorkomen is. Bijna iedereen kan diabetes type 2 vermijden door bewuste keuzes te maken op het vlak van voeding, beweging en levensstijl.”

Gezondheid als investering

Een opvallende vergelijking die prof. dr. Van Mieghem maakt, is die met pensioensparen. “We zetten allemaal geld opzij om ook op onze oude dag zelfbedruipend te kunnen zijn. Maar we sparen niet voor onze gezondheid, terwijl die minstens even belangrijk is. Wat heb je aan een goed pensioen als je de laatste twintig jaar van je leven met een belangrijke beperking door één of meerdere chronische ziekten doorbrengt?”

Volgens de cardioloog moet ons denken veranderen: gezondheid moet worden gezien als een actief project, waarin je jarenlang investeert. “En dat begint al vanaf vijfentwintig jaar, wanneer mensen zich meestal nog fit voelen en nauwelijks stilstaan bij de toekomst.”

Van normaal naar optimaal

Een belangrijke verschuiving in dat nieuwe denken is de stap van normale waarden naar optimale waarden. In de geneeskunde wordt vandaag vaak gewerkt met gemiddelde referenties. Maar ‘gemiddeld gezond’ is niet hetzelfde als ‘optimaal gezond’. Prof. dr. Van Mieghem illustreert dit tijdens zijn keynote met een voorbeeld uit zijn eigen praktijk. “Met een DEXA-scan meten we de botdichtheid, de spiermassa en het buikvet. Dat wordt vaak gebruikt om osteoporose op te sporen, maar ik gebruik het graag in een bredere context. Als een 50-jarige man in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten een gemiddelde spiermassa heeft, dan is dat ‘normaal’. Maar optimale spiermassa zou betekenen dat hij zich in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten op de percentielcurve van minstens 90 dient te bevinden. Door die marge vroeg op te bouwen, vanaf de leeftijd van 25 jaar, minimaliseer je de kans op breuken en functionele achteruitgang op latere leeftijd. Hetzelfde geldt voor visceraal buikvet. Het verhoogt de kans op hart- en vaatziekten, kanker en neurodegeneratieve aandoeningen aanzienlijk. Door dit vroegtijdig te meten en inzichtelijk te maken, kun je preventief bijsturen en gezondheidswinst boeken.”

Een missie voor de toekomst

Tijdens de COVID-19-pandemie begon prof. dr. Van Mieghem intensief na te denken over de toekomst van de zorg. “Ik wil er een missie van maken om van ziekenzorg naar gezondheidszorg te evolueren”, zegt hij. “De sleutel ligt in preventie, ‘nudging’ en gebruik van data via technologie.”

Ziekenhuizen beschikken over enorme hoeveelheden data, die vandaag nog te weinig worden benut. Door die informatie te koppelen aan inzichten rond levensstijl en preventie, kan er gepersonaliseerd advies worden gegeven dat mensen écht motiveert. “Je hebt niet alleen cijfers nodig, maar ook de betrokkenheid van de patiënt zelf. Alleen als iemand gemotiveerd is, kun je effectief bijsturen.”

NH SUMMIT direct-145

Nexuzhealth Summit 2025

Van ziekenzorg naar gezondheidszorg

De demografische vooruitzichten zijn duidelijk: tegen 2080 zal 29% van de West-Europese bevolking ouder zijn dan 65 jaar. “Zonder een fundamentele omslag in ons denken dreigt de kloof tussen levensverwachting en gezondheidsverwachting alleen maar groter te worden”, besluit prof. dr. Van Mieghem. “We kunnen niet verhinderen dat het leven eindig is, maar we kunnen er wel voor zorgen dat we meer jaren in goede gezondheid doorbrengen. Met de huidige inzichten kan negentig het nieuwe zestig worden. Maar dat vraagt wel een verschuiving van reactieve ziekenzorg naar proactieve gezondheidszorg, met preventie en optimale waarden als fundamenten. Dáár ligt de toekomst.”